Vertaling van iedereen

Inhoud:

Nederlands

Engels

elk, ieder, iedereen, al, elkeen, iegelijk {onb. vnw.}

each
every
all the
everybody
everyone
all

Nederlands

Engels

Slaapwel iedereen!

Good night everyone!

Slaapwel iedereen!

Good night, everybody!

Iedereen lachte.

Everybody laughed.

Iedereen wenst voor geluk

Everybody wishes for happiness.

Iedereen lachte hem uit.

Everyone laughed at him.

Iedereen noemt hem Jeff.

Everyone calls him Jeff.

Iedereen weet dat.

Everybody knows that.

Iedereen moet het weten.

Everybody must know.

Iedereen heeft zwakheden.

Everybody has weaknesses.

Waar is iedereen?

Where's everyone?

Iedereen looft de jongen.

Everyone praises the boy.

Iedereen houdt van haar.

Everyone likes her.

Iedereen wil gelukkig zijn.

Everybody wants to be happy.

Iedereen weet dat.

Anybody knows it.

Iedereen kent de wet.

Everyone knows the law.