Vertaling van in wezen

Inhoud:

Nederlands
Engels
essentieel, in essentie, in wezen, wezenlijk {bw.}
basically 
essentially
inherently
innately
intrinsically
naar buiten jagen, uitdrijven, uitjagen, uitwijzen, verbannen {ww.}
to oust
to banish
to expel
to drive out

wij wezen uit
jullie wezen uit
zij wezen uit

we ousted
you ousted
they ousted
» meer vervoegingen van to oust

aanduiden, aangeven, aanwijzen, uitduiden, wijzen {ww.}
to indicate 
to denote 
to connote
to point out
to suggest 

wij wezen aan
jullie wezen aan
zij wezen aan

we indicated
you indicated
they indicated
» meer vervoegingen van to indicate

Kan men een datum aanduiden, waarop een taal begon te leven? Men is geneigd te antwoorden: "Wat een vraag!" . En toch bestaat er zulk een datum: 26 juli, Esperantodag…
Is it possible to indicate a date on which a language came into life? "What a question!" you will be inclined to say. And yet such a date exists: the 26th of July, the…
afwijzen, verijdelen {ww.}
to balk
to quash
to wreck 
to abort 

wij wezen af
jullie wezen af
zij wezen af

we balked
you balked
they balked
» meer vervoegingen van to balk

retourneren, terugbezorgen, terugsturen, terugwijzen, heruitzenden {ww.}
to resend
to send back
to relay

wij wezen terug
jullie wezen terug
zij wezen terug

we resent
you resent
they resent
» meer vervoegingen van to resend

gunnen, toekennen, toeslaan, toewijzen {ww.}
to award 
to bestow
to adjudge

wij wezen toe
jullie wezen toe
zij wezen toe

we awarded
you awarded
they awarded
» meer vervoegingen van to award

toewijzen, voor het gerecht dagen {ww.}
to allot
to appoint
to allocate
to subpoena 
to summons
to earmark 
to assign 

wij wezen toe
jullie wezen toe
zij wezen toe

we allotted
you allotted
they allotted
» meer vervoegingen van to allot

afslaan, afwijzen, verwerpen, weigeren, wraken, nee zeggen tegen {ww.}
to disavow 
to disallow
to dismiss
to shun
to reject 

wij wezen af
jullie wezen af
zij wezen af

we disavowed
you disavowed
they disavowed
» meer vervoegingen van to disavow

laten zien, tentoonspreiden, tonen, vertonen, wijzen, uitwijzen {ww.}
to show 
to manifest 
to display 
to demonstrate 
to point out
to indicate 

wij wezen
jullie wezen
zij wezen

we showed
you showed
they showed
» meer vervoegingen van to show

Ik zal je de stad laten zien.
I will show you around the city.
Ik zal jullie wat foto's laten zien.
I will show you some pictures.
aantonen, adstrueren, bewijzen, staven, uitwijzen, waarmaken {ww.}
to prove 

wij wezen uit
jullie wezen uit
zij wezen uit

we proved
you proved
they proved
» meer vervoegingen van to prove

beknorren, berispen, terechtwijzen, verwijten {ww.}
to blame 
to rebuke 
to reproach 
to reprove
to scold 
to reprimand
to upbraid
to tell off

wij wezen terecht
jullie wezen terecht
zij wezen terecht

we blamed
you blamed
they blamed
» meer vervoegingen van to blame

afkeuren, afwijzen, terugwijzen, vertikken, weigeren {ww.}
to refuse 
to reject 
to decline 
to withhold
to spurn
to disallow

wij wezen af
jullie wezen af
zij wezen af

we refused
you refused
they refused
» meer vervoegingen van to refuse