Vertaling van infecteren

Inhoud:

Nederlands
Engels
aansteken, besmetten, infecteren {ww.}
to contaminate 

wij infecteren
jullie infecteren
zij infecteren

we contaminate
you contaminate
they contaminate
» meer vervoegingen van to contaminate

aansteken, besmetten, infecteren, verpesten {ww.}
to infect 

wij infecteren
jullie infecteren
zij infecteren

we infect
you infect
they infect
» meer vervoegingen van to infect

besmetten, infecteren, aansteken {ww.}
to taint
to infect

wij infecteren
jullie infecteren
zij infecteren

we taint
you taint
they taint
» meer vervoegingen van to taint



Gerelateerd aan infecteren

aansteken - besmetten - verpestendelegeren - overdragen