Vertaling van ingesnoerd
Inhoud:
Nederlands
Engels
ingesnoerd {bn.}
contracted
insnoeren, inrijgen {ww.}
to twine
to lace
to intertwine
to interlace
to entwine
to enlace
to lace
to intertwine
to interlace
to entwine
to enlace
ik heb ingesnoerd
jij hebt ingesnoerd
hij/zij/het heeft ingesnoerd
I have twined
you have twined
he/she/it has twined
» meer vervoegingen van to twine