Vertaling van inrekenen
Inhoud:
Nederlands
Engels
inrekenen, opbrengen, pakken, aanhouden, oppakken, arresteren {ww.}
to nail
to pick up
to nab
to cop
to collar
to arrest
to apprehend
to pick up
to nab
to cop
to collar
to arrest
to apprehend
ik zal inrekenen
jij zult inrekenen
hij/zij/het zal inrekenen
I will nail
you will nail
he/she/it will nail
» meer vervoegingen van to nail
aanhouden, arresteren, inrekenen, in verzekerde bewaring nemen {ww.}
ik zal inrekenen
jij zult inrekenen
hij/zij/het zal inrekenen
I will nick
you will nick
he/she/it will nick
» meer vervoegingen van to nick