Vertaling van ja

Inhoud:

Nederlands
Engels
ja, jawel {bw.}
yes 
yeah 
yep
aye
yea
bevestiging [v] (de ~), affirmatie, ja {zn.}
assertion
statement
affirmation


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ja.

Yep.

Ja, graag.

Yes, with pleasure.

Ja, ik kom dadelijk.

Yes, I'm coming immediately.

Ja, sinaasappelsap, alstublieft.

Yes, orange juice, please.

Ja, ik spreek Spaans.

Yes, I speak Spanish.

"Speelt zij tennis?" "Ja."

"Does she play tennis?" "Yes, she does."

Nee... Ik bedoel, ja.

No... I mean, yes.

Ja, ik kom.

Yes, I'm coming!

Ja of neen?

Yes or no?

Ja en nee.

Yes and no.

Ja, ik weet het.

Yes, I know it.

Ja, ik weet het.

Yes, I know.

Hij heeft al ja gezegd.

He has already said yes.

Is de hemel blauw? Ja.

Is the sky blue? Yes.

Ja mag hier niet eten.

You can't eat here.


Gerelateerd aan ja

jawel - bevestiging - affirmatieantwoord - taaldaad