Vertaling van jaar

Inhoud:

Nederlands
Engels
jaar {zn.}
year 
Welk jaar is het?
What year is it?
De wereldbevolking groeit van jaar tot jaar.
The world's population is growing from year to year.
jaar, kalenderjaar [o] (het ~) {zn.}
civil year
calendar year
jaar [o] (het ~) {zn.}
year
yr
twelvemonth
Hij bezocht Kyoto vorig jaar.
He visited Kyoto last year.
Een jaar heeft twaalf maanden.
A year has twelve months.
planeetjaar, jaar {zn.}
year
Volgend jaar word ik zeventien.
I'll be seventeen next year.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

De wereldbevolking groeit van jaar tot jaar.

The world's population is growing from year to year.

Ik ben 19 jaar.

I am 19 years old.

Ze is eenendertig jaar.

She is thirty-one.

Ze is vijf jaar.

She is five years old.

Ik ben 19 jaar.

I'm 19.

Welk jaar is het?

What year is it?

Dit jaar bieden we dezelfde taalcursus aan als vorig jaar.

This year we offer the same language course as last year.

Er waren dit jaar minder ongelukken dan vorig jaar.

There were fewer accidents this year than last.

De oorlog duurde twee jaar.

The war lasted two years.

Ik ben achttien jaar oud.

I am eighteen years old.

We zijn vijf jaar getrouwd.

We've been married for five years.

Ik ben zestien jaar oud.

I am sixteen years old.

Hij bezocht Kyoto vorig jaar.

He visited Kyoto last year.

Ik ben achttien jaar oud.

I'm 18 years old.

Helen is zeventien jaar oud.

Helen is seventeen years old.


Gerelateerd aan jaar

kalenderjaar - planeetjaarperiode - tijdeenheid - omlooptijd