Vertaling van jack

Inhoud:

Nederlands
Engels
jack [o] (het ~) {zn.}
jacket


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik heet Jack.

My name is Jack.

Jack rijdt niet snel.

Jack doesn't drive fast.

Jack is hier niet.

Jack isn't there.

Jack is niet hier.

Jack isn't here.

Misschien spreekt Jack ook Spaans.

Jack may speak Spanish, too.

Jack, doe niet zo wild.

Don't be so wild, Jack.

Jack werd uitgelachen door al de jongens.

Jack was laughed at by all the boys.

Dat is niet de fout van Jack.

That is no fault of Jack's.

Jack zou zijn zus nooit meer zien.

Jack was never to see his sister again.

Jack ruilde de koe voor de zaden.

Jack exchanged the cow for the seeds.

Hoe lang ken je Jack al?

How long have you known Jack?

Dat is niet de fout van Jack.

That's not Jack's fault.

Maria zwemt ongeveer net zo snel als Jack.

Mary swims just about as fast as Jack.

Jack vit altijd op anderen. Daarom mijdt iedereen hem.

Jack always finds fault with others. That's why everybody avoids him.


Gerelateerd aan jack

jas