Vertaling van jenzen
Inhoud:
Nederlands
Engels
bliksemen, donderen, jenzen, keilen, kieperen, kogelen, kukelen, mikken, plompen, zwiepen, gooien, lazeren, kegelen, knikkeren, kwakken, werpen, flikkeren {ww.}
to throw
wij jenzen
jullie jenzen
zij jenzen
we throw
you throw
they throw
» meer vervoegingen van to throw