Vertaling van joekel
Inhoud:
Nederlands
Engels
hond , joekel {zn.}
dog
domestic dog
canis familiaris
domestic dog
canis familiaris
Hij heeft een hond.
He has a dog.
De hond is wit.
The dog is white.
kanjer , baas, joekel , knaap , knoeper , knoert , knots , kokkerd, reus, slagschip, lel {zn.}
whopper
whacker
whacker