Vertaling van jou

Inhoud:

Nederlands
Engels
u, je, jij, ge, gij, jullie, gijlieden, gijlui, gelui, jelui, jou {pers. vnw.}
you 
thou 
ye


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Is dit van jou?

Is this yours?

Ik hou van jou!

I love you!

Niemand kan jou vervangen.

No one can replace you.

Ken ik jou?

Do I know you?

Ik dacht aan jou.

I was thinking about you.

Hij is gek op jou.

He is mad about you.

Mogen we bij jou overnachten?

Will you put us up for one night?

Misschien houdt Tom van jou.

Maybe Tom likes you.

Is deze fiets van jou?

Is this bike yours?

Ik zal jou persoonlijk bezoeken.

I'll personally visit you.

Zonder jou ben ik niets.

Without you, I am nothing.

En met jou, hoe gaat het met jou?

And you, how are you?

Ik ben eenzaam zonder jou.

I'm lonely without you.

Ik laat het aan jou.

I'll leave it up to you.

Ik ben verliefd op jou.

I'm in love with you.


Gerelateerd aan jou

u - je - jij - ge - gij - jullie - gijlieden - gijlui - gelui - jelui