Vertaling van kaalplukken
Inhoud:
Nederlands
Engels
afzetten, aderlaten, bezwendelen, kaalplukken, plukken, scheren, snijden, tillen, pluimen, uitkleden, flessen {ww.}
to soak
to surcharge
to plume
to rob
to pluck
to overcharge
to hook
to gazump
to fleece
to surcharge
to plume
to rob
to pluck
to overcharge
to hook
to gazump
to fleece
ik zal kaalplukken
jij zult kaalplukken
hij/zij/het zal kaalplukken
I will plume
you will plume
he/she/it will plume
» meer vervoegingen van to plume