Vertaling van kalf
Inhoud:
Nederlands
Engels
kalf , hertekalf {zn.}
fawn
kalf , reekalf {zn.}
fawn
kalf {zn.}
calf
kalven {ww.}
to calving
dwarsbalk , dwarshout, kalf , kruisbalk {zn.}
traverse
crosspiece
trave
crossbeam
crosspiece
trave
crossbeam
sufferd , appelflap, augurk, dodo, dombo, domoor , onbenul , drol, droplul, druiloor , eendvogel, ei, eikel , ezel , ezelskop, ezelsveulen, flapdrol , hals , ignorant, jojo, kalf, kalfskop, kloris, kuiken, kwezel, leeghoofd , minkukel , nitwit , oelewapper , oen , oetlul, schaapskop, slaapkop, stomkop , stommeling , stommerd, stommerik , sufkont, sufkop, uil , uilebal, waterhoofd, weetniet, eend , uilenbal , gehaktbal , hansworst , oliebol , rund , uilskuiken , koe {zn.}
soft touch
sucker
mug
patsy
mark
gull
fool
fall guy
chump
sucker
mug
patsy
mark
gull
fool
fall guy
chump
kalven, afkalven {ww.}
to have young
to calve
to calve
ik kalf
I calve
» meer vervoegingen van to calve