Vertaling van kelen

Inhoud:

Nederlands

Engels

kelen {ww.}

to cut the throat of

keel (mv. kelen) [v], keelgat [o], strot [m] {zn.}

throat

Tom schraapte zijn keel.

Tom cleared his throat.

Ik heb een krop in de keel.

I've got a frog in my throat.

keel (mv. kelen) [v], keelholte {zn.}

pharynx

wurgen, kelen, worgen {ww.}

to strangulate
to throttle
to strangle

wij kelen
jullie kelen
zij kelen

we throttle
you throttle
they throttle
» meer vervoegingen van to throttle

rood [o] (het ~), keel [m] (de ~) {zn.}

red
redness

Alle appels zijn rood.

All apples are red.

Haar wangen waren rood.

Her cheeks were red.

keel (mv. kelen), gorgel, strot [m] (de ~) {zn.}

throat
pharynx