Vertaling van keuken
cuisine
Voorbeelden in zinsverband
Hij is in de keuken.
He's in the kitchen.
Werkt ze in de keuken?
Does she work in the kitchen?
Ik hou echt van de Franse keuken.
I really like French cooking.
Hij hoorde een geluid uit de keuken.
He heard a noise from the kitchen.
Ik heb mijn moeder de keuken helpen kuisen.
I helped my mother clean the kitchen.
Toen ze de keuken binnenliep, was er niemand.
When she entered the kitchen, no one was there.
Er zijn 3 slaapkamers, een keuken, een eetkamer, een salon en een badkamer.
There are three bedrooms, a kitchen, a dining room, a living room, and a bathroom.
Ze liep naar de keuken om te kijken wie er was, maar er was niemand.
She went into the kitchen to see who was there, but there was nobody there.
Vanuit de hal kun je naar de woonkamer, de keuken en de wc, of met de trap naar boven, waar de slaapkamers en de badkamer zijn.
From the corridor, you can reach the living room, the kitchen, and the toilet, or you can take the stairs upstairs, where the bedrooms and the bathroom are.