Vertaling van kieperen
Inhoud:
Nederlands
Engels
bliksemen, donderen, jenzen, keilen, kieperen, kogelen, kukelen, mikken, plompen, zwiepen, gooien, lazeren, kegelen, knikkeren, kwakken, werpen, flikkeren {ww.}
to throw
wij kieperen
jullie kieperen
zij kieperen
we throw
you throw
they throw
» meer vervoegingen van to throw
omvallen, kieperen, omflikkeren, omkieperen, omkippen, omkukelen, omtuimelen, omvervallen, omzwiepen, omgaan, omkiepen {ww.}
to go over
to fall over
to fall over