Vertaling van kindertijd

Inhoud:

Nederlands
Engels
jeugdjaren (de ~), kindertijd, jeugd [m] (de ~) {zn.}
infancy
babyhood


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Het lied herinnert me altijd aan mijn kindertijd.

The song always reminds me of my childhood.

De kleine Martin had een rustige kindertijd in Atlanta, Georgia.

Young Martin spent a fairly quiet childhood in Atlanta, Georgia.

Dit is het huis waarin de dichter zijn kindertijd heeft doorgebracht.

This is the house in which the poet lived in his childhood.

En zo hing Dima's vriend uit zijn kindertijd zomaar op, Dima - net als daarvoor - met 99 kopeke te weinig achterlatend.

And just like that, Dima's childhood friend hung up, leaving Dima - as he was before - 99 kopeks short of his goal.


Gerelateerd aan kindertijd

jeugdjaren - jeugdperiode