Vertaling van klaar
ik klaar
I finish
» meer vervoegingen van to finish
completed
realised
realized
comprehensible
ik klaar
I clear
» meer vervoegingen van to clear
to negociate
to carry off
to manage
to bring off
ik klaar
I manage
» meer vervoegingen van to manage
ik klaar
I clarify
» meer vervoegingen van to clarify
Voorbeelden in zinsverband
Ik ben klaar.
I am ready.
Het ontbijt is klaar.
Breakfast is ready.
Het eten is klaar.
The food is ready.
Het avondeten is klaar.
Dinner is ready.
Ik ben bijna klaar.
I'm about ready.
Het avondeten is klaar.
Dinner's ready.
Ben je klaar?
Have you finished?
Zijt ge allemaal klaar?
Are you all ready?
De auto is klaar.
The car is ready.
Ik ben bijna klaar.
I am almost ready.
Is het ontbijt klaar?
Is breakfast ready?
Mijn huiswerk is eindelijk klaar.
My homework was finally finished.
Op je plaats, klaar, af!
On your marks, get set, go!
Het avondeten is bijna klaar.
Dinner is almost ready.
Wanneer was je ermee klaar?
When did you finish it?