Vertaling van kleed
Inhoud:
Nederlands
Engels
kleed {zn.}
cloth covering
Het tapijt was bedekt met kattenhaar.
The rug was covered in cat hair.
Op een tapijt slapen is geweldig.
Sleeping on a carpet is great.
Ze droeg een wit kleed.
She wore a white dress.
Ze had een lelijk kleed aan.
She was wearing an ugly dress.
kleed {zn.}
dress
frock
frock
Ze kon haar lach niet bedwingen toen ze het kleed zag.
She could hardly keep from laughing when she saw the dress.
ik kleed
I dress
» meer vervoegingen van to dress
Je dient je correct te kleden voor deze winkel.
You are expected to dress well for this shop.
aankleden, kleden {ww.}
to dress
to tog
to raiment
to habilitate
to garment
to garb
to fit out
to enclothe
to clothe
to apparel
to tog
to raiment
to habilitate
to garment
to garb
to fit out
to enclothe
to clothe
to apparel
ik kleed
I dress
» meer vervoegingen van to dress
kleden {ww.}
to dress
to dress up
to dress up
ik kleed
I dress
» meer vervoegingen van to dress
kleden {ww.}
to dress
to get dressed
to get dressed
ik kleed
I dress
» meer vervoegingen van to dress
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Kleed je snel aan.
Get dressed quickly.
Ze droeg een wit kleed.
She wore a white dress.
Ze had een lelijk kleed aan.
She was wearing an ugly dress.
Ze kon haar lach niet bedwingen toen ze het kleed zag.
She could hardly keep from laughing when she saw the dress.