Vertaling van kleingeestigheid

Inhoud:

Nederlands
Engels
benepenheid [v], kleingeestigheid [v] {zn.}
small-mindedness
pettiness
bekrompenheid [v] (de ~), dorpsmentaliteit, kleingeestigheid, kruideniersmentaliteit, pietluttigheid, provincialisme [o] (het ~), benepenheid [v] (de ~) {zn.}
pettiness


Gerelateerd aan kleingeestigheid

benepenheid - bekrompenheid - dorpsmentaliteit - kruideniersmentaliteit - pietluttigheid - provincialismehouding - karaktertrek