Vertaling van kleingeld

Inhoud:

Nederlands
Engels
pasmunt [v], kleingeld [o], pasgeld [o] {zn.}
change 
small money
Geeft Tom zijn kleingeld.
Gives Tom his change.
Ik wil een telefoontje plegen, maar ik heb geen kleingeld.
I want to make a phone call, but I don't have any change now.
kleingeld [o] (het ~), pasgeld [o] (het ~), wisselgeld, pasmunt [m] (de ~) {zn.}
change
Hou het wisselgeld!
Keep the change!
Hou het wisselgeld maar, hoor, chauffeur.
Keep the change, driver.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Geeft Tom zijn kleingeld.

Gives Tom his change.

Ik heb geen kleingeld bij me.

I don't have any cash about me.

Ik wil een telefoontje plegen, maar ik heb geen kleingeld.

I want to make a phone call, but I don't have any change now.


Gerelateerd aan kleingeld

pasmunt - pasgeld - wisselgeld