Vertaling van kleur
colour
colouring
coloring
skin colour
complexion
ik kleur
I paint
» meer vervoegingen van to paint
ik kleur
I paint
» meer vervoegingen van to paint
ik kleur
I blush
» meer vervoegingen van to blush
to color in
to colorise
to colorize
to colour
to colour in
to colourise
to colourize
ik kleur
I color
» meer vervoegingen van to color
to match
ik kleur
I fit
» meer vervoegingen van to fit
to color in
to colorise
to colorize
to colour
to colour in
to colourise
to colourize
ik kleur
I color
» meer vervoegingen van to color
to exaggerate
to hyperbolise
to hyperbolize
to magnify
to overdraw
to overstate
ik kleur
I amplify
» meer vervoegingen van to amplify
to crimson
to flush
to redden
ik kleur
I blush
» meer vervoegingen van to blush
Voorbeelden in zinsverband
Mijn favoriete kleur is rood.
My favorite color is red.
Vind je dit een mooie kleur?
Do you like this color?
Alle kleur trok weg uit zijn gezicht.
All the color drained away from his face.
De blaadjes zijn begonnen van kleur te veranderen.
The leaves have begun to change colors.
Welke kleur heeft de auto die ze zelf gekocht heeft?
What colour is the car which she bought for herself?
Welk merk en kleur heeft de auto van de directeur?
What brand and what color is the director's car?
Welke kleur heeft de auto die ze voor zichzelf gekocht heeft?
What colour is the car she bought herself?
Welke kleur heeft de uiterst rechtse ring op de Olympische vlag?
What color is the far right ring on the Olympic flag?
Ze werd slechts een generatie voorbij slavernij geboren; in een tijd toen er geen auto's op de weg reden en geen vliegtuigen in de lucht vlogen; toen iemand als zij om twee redenen niet mocht stemmen - omdat ze een vrouw was en door de kleur van haar huid.
She was born just a generation past slavery; a time when there were no cars on the road or planes in the sky; when someone like her couldn't vote for two reasons — because she was a woman and because of the color of her skin.