Vertaling van klok

Inhoud:

Nederlands
Engels
klok [v] {zn.}
bell 
We kunnen elke morgen de klok van de kerk horen.
We can hear the church bell every morning.
klok [v], stolp {zn.}
dish-cover
cloche
klok, uurwerk {zn.}
clock 
De klok loopt achter.
The clock is slow.
Dit uurwerk is elektrisch.
This clock is electric.
bel [v], klok [v] {zn.}
bell 
klok [m] (de ~) {zn.}
meter
klok [m] (de ~) {zn.}
clock
Deze klok is kapot.
This clock is broken.
De klok loopt voor.
The clock is fast.
kakelen, klokken {ww.}
to cluck

ik klok

I cluck
» meer vervoegingen van to cluck

klokken {ww.}
to gurgle

ik klok

I gurgle
» meer vervoegingen van to gurgle

kloek [v] (de ~), broedhen, klok, klokhen {zn.}
sitter
setting hen
broody
broody hen
brood hen
stolp [m] (de ~), klok, stulp {zn.}
bell jar
bell glass
klokken {ww.}
to babble
to bubble
to burble
to guggle
to gurgle
to ripple

ik klok

I babble
» meer vervoegingen van to babble

klokken {ww.}
to clock
to time

ik klok

I clock
» meer vervoegingen van to clock



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

De klok loopt achter.

The clock is slow.

Deze klok is kapot.

This clock is broken.

De klok loopt voor.

The clock is fast.

Deze klok doet het niet.

This clock is out of order.

Hij eet de klok rond.

He eats around the clock.

De klok loopt tien minuten achter.

The clock is ten minutes slow.

Er hangt een klok aan de muur.

There is a clock on the wall.

Mijn klok loopt vijf minuten voor.

My clock is five minutes fast.

Die klok loopt één minuut voor.

That clock is one minute fast.

De klok staat stil. Hij heeft een nieuwe batterij nodig.

The clock stopped. It needs a new battery.

Zet de klok goed. Hij loopt tien minuten voor.

Set the clock right. It's ten minutes fast.

We kunnen elke morgen de klok van de kerk horen.

We can hear the church bell every morning.


Gerelateerd aan klok

stolp - uurwerk - bel - kakelen - klokken - kloek - broedhen - klokhen - stulpmeetinstrument - uurwerk - kip - kap - uitklinken - registreren