Vertaling van kloot

Inhoud:

Nederlands
Engels
bal [m], bol [m], kloot, kogel {zn.}
ball 
globe
bowl 
De aarde is geen volmaakte bol.
The earth is not a perfect globe.
Gooi de bal terug naar mij.
Throw the ball back to me.
bol [m], gebied [o], omgeving [v], kloot, sfeer {zn.}
ball 
realm 
sphere 
De zilveren bollen liggen rondom de rode bol.
The silver balls are around the red ball.
bal [m], kloot, testikel, teelbal [m] {zn.}
ball 
testicle
Van ver gezien lijkt het op een bal.
Seen from a distance, it looks like a ball.
De wereld is een groot bal waar iedereen een masker draagt.
The world is a grand ball in which everyone wears a mask.
zaadbal [m] (de ~), kloot, teelbal [m] (de ~), testikel [m] (de ~), testis, bal [m] (de ~) {zn.}
ball
testis
testicle
orchis
nut
egg
bollock
ballock
Als de bal je ergens anders dan op je hoofd of je handen raakt, ben je af.
If the ball hits you somewhere else than on the head or hands, you're out.
naarling [m] (de ~), beroerling, ellendeling [m] (de ~), etterbak, etterbuil, fielt, fluim, gemenerik [m] (de ~), hond [m] (de ~), hondenlul [m] (de ~), kelerelijder, kelerelijer, klerelijer [m] (de ~), kloot [m] (de ~), kloothommel, klootspiraal, klootzak [m] (de ~), kwal [m] (de ~), lamgat, lammeling [m] (de ~), lamstraal, lamzak [m] (de ~), lazersteen, lazerstraal, loeder [m] (de/het ~), lul [m] (de ~), lulhannes, lulletje, miesgasser, mispunt [m] (het ~), onverlaat [m] (de ~), paardelul, paardenlul, patjakker, pleurislijder [m] (de ~), ploert [m] (de ~), plurk, pokkenlijer, pokkenvent, pooier, rasploert, rotzak [m] (de ~), schoelje [m] (het ~), schoft [m] (de ~), serpent [m] (de/het ~), smeerlap [m] (de ~), stinker, teringlijder, tyfuslijer, vuilak [m] (de ~), zakkenwasser [m] (de ~), zwijn [m] (het ~), zak [m] (de ~), hondelul, etter [m] (de ~), lelijkerd [m] (de ~), smiecht [m] (de ~), pokkenlijder [m] (de ~), sekreet [o] (het ~), stinkerd [m] (de ~) {zn.}
son of a bitch
whoreson
shit
sob
motherfucker
prick
mother fucker
dickhead
cocksucker
bastard
asshole
bedriegen, bedonderen, beduvelen, belazeren, besjoemelen, besodemieteren, kloten, oetsen, verlakken, vernachelen, verneuken, verneuriën, naaien, rollen {ww.}
to deceive
to lead astray
to betray

ik kloot
jij kloot
hij/zij/het kloot

I deceive
you deceive
he/she/it deceives
» meer vervoegingen van to deceive

Anderen bedriegen is slecht, maar jezelf bedriegen is nog veel slechter.
It's wrong to deceive people, but worse to deceive yourself.
prutsen, aankloten, aanmodderen, aanrommelen, broddelen, flodderen, klungelen, knoeien, mieren, modderen, otteren, pielen, rommelen, wurmen, klooien, kloten, rotzooien {ww.}
to skimp
to scant
klieren, donderen, donderjagen, donderstenen, donderstralen, du(i)veljagen, duvelen, duveljagen, gallen, kloothannesen, lazerstralen, rotzooien, sodemieteren, vervelen, etteren, klooien, kloten {ww.}
to rile
to vex
to nettle
to rag
to irritate
to nark
to get to
to gravel
to get at
to devil
to chafe
to bother
to annoy

ik kloot
jij kloot
hij/zij/het kloot

I rile
you rile
he/she/it riles
» meer vervoegingen van to rile


Gerelateerd aan kloot

bal - bol - kogel - gebied - omgeving - sfeer - testikel - teelbal - zaadbal - testis - naarling - beroerling - ellendeling - etterbak - etterbuilgeslachtsorgaan - persoon - misleiden - verrichten - doen