Vertaling van kluif

Inhoud:

Nederlands
Engels
kluif {zn.}
plum
kluif [m] (de ~) {zn.}
knuckle joint
metacarpophalangeal joint
knuckle
kluifje, kluif {zn.}
wonk
swot
grind
nerd
dweeb
hand [m] (de ~), fikken [m] (de ~), jat, tengels [m] (de ~), klauw [m] (de ~), klauwen, klavier, klavieren, kluif, knijper, poten, vlerken, poot [m] (de ~), fik [m] (de ~), tengel {zn.}
hand
paw
mitt
manus
Ze liepen hand in hand.
They went hand in hand.
De hand van Jan is rein.
John's hand is clean.
kluiven, afkluiven {ww.}
to gnaw

ik kluif

I gnaw
» meer vervoegingen van to gnaw



Gerelateerd aan kluif

kluifje - hand - fikken - jat - tengels - klauw - klauwen - klavier - klavieren - knijper - poten - vlerken - poot - fik - tengelkarwei - bot - werk - lichaamsdeel - bijten - middenhand - handwortel