Vertaling van klungel
Inhoud:
Nederlands
Engels
klungel, scharrelaar {zn.}
bungler
kluns , dreutel , duts , frutselaar, hannes, jandoedel, klungel , knurft , lomperd , lummel , prutser , stoethaspel , stuntel, stuntelaar, sukkel , amateur , hobbezak , knuppel {zn.}
duffer
prutsen, aankloten, aanmodderen, aanrommelen, broddelen, flodderen, klungelen, knoeien, mieren, modderen, otteren, pielen, rommelen, wurmen, klooien, kloten, rotzooien {ww.}
to skimp
to scant
to scant