Vertaling van knijper

Inhoud:

Nederlands
Engels
knijper, schaar [v], knijptang {zn.}
tongs 
pincers
gierigaard [m] (de ~), erwtenteller, geldduivel, geldwolf [m] (de ~), knakenpoetser, knibbelaar [m] (de ~), knijper, krent [m] (de ~), krentenweger [m] (de ~), kribbebijter, kribbenbijter, kruimelaar, pezewever, pin, potschrap(p)er, potschraper, potter, schraper [m] (de ~), vrek [m] (de ~), krentenkakker [m] (de ~) {zn.}
skinflint
niggard
scrooge
churl
wasknijper [m] (de ~), knijper [m] (de ~), pin, wasspeld [m] (de ~), pen [m] (de ~) {zn.}
clothes pin
clothespin
clothes peg
hand [m] (de ~), fikken [m] (de ~), jat, tengels [m] (de ~), klauw [m] (de ~), klauwen, klavier, klavieren, kluif, knijper, poten, vlerken, poot [m] (de ~), fik [m] (de ~), tengel {zn.}
hand
paw
mitt
manus
Ze liepen hand in hand.
They went hand in hand.
De hand van Jan is rein.
John's hand is clean.