Vertaling van knobbel

Inhoud:

Nederlands
Engels
knobbel, knoest, knol {zn.}
lump 
gnarl
tuber 
protuberance
knot 
knob
bump
knobbel [m] (de ~) {zn.}
knob
boss
knobelen, knobbelen {ww.}
to gamble

ik knobbel

I gamble
» meer vervoegingen van to gamble

uitkienen, knobbelen, uitknobbelen, uitmikken {ww.}
to think out


Gerelateerd aan knobbel

knoest - knol - knobelen - knobbelen - uitkienen - uitknobbelen - uitmikkenverhevenheid - dobbelen - uitdenken