Vertaling van koers

Inhoud:

Nederlands
Engels
koers, route, tracé, traject {zn.}
route 
course 
notering [v], beursnotering [v], prijsnotering [v], koers {zn.}
rate of exchange
exchange rate
koers [m] (de ~), beursnotering [v] (de ~), notering [v] (de ~) {zn.}
rate
charge per unit
koers [m] (de ~) {zn.}
trend
course
leiding [v], richting [v], koers, richtlijn {zn.}
direction 
trend
In welke richting ging hij heen?
Which direction did he go?
In welke richting ging hij heen?
In which direction did he go?
koers, beleidslijn [m] (de ~) {zn.}
policy
koersen, stevenen, afstevenen {ww.}
to make 
to bear down

ik koers

I make
» meer vervoegingen van to make

rensport [m] (de ~), koers [m] (de ~) {zn.}
racing
koersen {ww.}
to race
to run

ik koers

I race
» meer vervoegingen van to race

schatten, koersen, ramen {ww.}
to appraise
to assess
to evaluate
to measure
to valuate
to value

ik koers

I appraise
» meer vervoegingen van to appraise

koersen, tijgen, gaan {ww.}
to go
to locomote
to move
to travel

ik koers

koersen {ww.}
to race
to run

ik koers

I race
» meer vervoegingen van to race

klaarspelen, bolwerken, fiksen, klaren, koersen, managen, rooien, lappen {ww.}
to bring off
to carry off
to manage
to negociate
to pull off

ik koers

I manage
» meer vervoegingen van to manage