Vertaling van koersen

Inhoud:

Nederlands
Engels
koersen, stevenen, afstevenen {ww.}
to make 
to bear down

wij koersen
jullie koersen
zij koersen

we make
you make
they make
» meer vervoegingen van to make

koersen {ww.}
to run
to race

wij koersen
jullie koersen
zij koersen

we run
you run
they run
» meer vervoegingen van to run

koersen, tijgen, gaan {ww.}
to go
to move
to travel
to locomote

wij koersen
jullie koersen
zij koersen

we go
you go
they go
» meer vervoegingen van to go

Laten we verder gaan.
Let's move on.
Ik moet gaan.
I should go.
koersen {ww.}
to run
to race

wij koersen
jullie koersen
zij koersen

we run
you run
they run
» meer vervoegingen van to run

notering [v], beursnotering [v], prijsnotering [v], koers (mv. koersen) {zn.}
exchange rate
rate of exchange
koers (mv. koersen), route, tracé, traject {zn.}
course 
route 
leiding [v], richting [v], koers (mv. koersen), richtlijn {zn.}
direction 
trend
schatten, koersen, ramen {ww.}
to value
to valuate
to measure
to evaluate
to assess
to appraise

wij koersen
jullie koersen
zij koersen

we value
you value
they value
» meer vervoegingen van to value

klaarspelen, bolwerken, fiksen, klaren, koersen, managen, rooien, lappen {ww.}
to bring off
to carry off
to manage
to negociate
to pull off

wij koersen
jullie koersen
zij koersen

we manage
you manage
they manage
» meer vervoegingen van to manage

koers [m] (de ~), beursnotering [v] (de ~), notering [v] (de ~) {zn.}
rate
charge per unit
rensport [m] (de ~), koers [m] (de ~) {zn.}
racing
koers [m] (de ~) {zn.}
trend
course
koers (mv. koersen), beleidslijn [m] (de ~) {zn.}
policy