Vertaling van kookgelegenheid

Inhoud:

Nederlands
Engels
keuken [m] (de ~), kookgelegenheid [v] (de ~) {zn.}
kitchen
Hij is in de keuken.
He's in the kitchen.
Werkt ze in de keuken?
Does she work in the kitchen?


Gerelateerd aan kookgelegenheid

keukenwitgoed - vertrek - gootsteen - bijkeuken