Vertaling van kortsluiten
Inhoud:
Nederlands
Engels
kortsluiten {ww.}
to short-circuit
to short
to short
afstemmen, toesnijden, kortsluiten, rijmen {ww.}
to adjust
ik zal kortsluiten
jij zult kortsluiten
hij/zij/het zal kortsluiten
I will adjust
you will adjust
he/she/it will adjust
» meer vervoegingen van to adjust