Vertaling van kraken

Inhoud:

Nederlands
Engels
kraken, usurperen, overweldigen, zich meester maken van {ww.}
to usurp
to overpower

wij kraken
jullie kraken
zij kraken

we usurp
you usurp
they usurp
» meer vervoegingen van to usurp

kraken {ww.}
to check
to crack
to break

wij kraken
jullie kraken
zij kraken

we check
you check
they check
» meer vervoegingen van to check

knarsen, knersen, kraken, krassen {ww.}
to grate 
to squeak
to creak

wij kraken
jullie kraken
zij kraken

we grate
you grate
they grate
» meer vervoegingen van to grate

knallen, knappen, kraken {ww.}
to clatter
to crack 

wij kraken
jullie kraken
zij kraken

we clatter
you clatter
they clatter
» meer vervoegingen van to clatter

kraken {ww.}
to squat

wij kraken
jullie kraken
zij kraken

we squat
you squat
they squat
» meer vervoegingen van to squat

geweldpleging [v], geweld, kraak (mv. kraken) {zn.}
violence 
force 
heist
afkraken, aanschoppen, aantrappen, afbreken, afgeven, afkammen, afzeiken, neerhalen, kraken, veroordelen {ww.}
to savage
to crucify
to pillory
to blast

wij kraken
jullie kraken
zij kraken

we crucify
you crucify
they crucify
» meer vervoegingen van to crucify

openbreken, kraken, forceren {ww.}
to storm
to force

wij kraken
jullie kraken
zij kraken

we force
you force
they force
» meer vervoegingen van to force

knarpen, knarsen, knerpen, knersen, krakken, kraken {ww.}
to crackle
to crunch
to scranch
to scraunch

wij kraken
jullie kraken
zij kraken

we crackle
you crackle
they crackle
» meer vervoegingen van to crackle

kraak [m] (de ~) {zn.}
carrack
carack
inbraak [m] (de ~), kraak [m] (de ~), braak {zn.}
burglary
kraak (mv. kraken) {zn.}
gallery
ruis [m] (de ~), kraak (mv. kraken) {zn.}
surface noise