Vertaling van krant
paper
Voorbeelden in zinsverband
Waar is de krant?
Where is the newspaper?
Welke krant nemen jullie?
What newspaper do you take?
Welke krant lees jij?
Which newspaper do you read?
De jongen heeft een krant.
The boy has a newspaper.
Welke krant lees je meestal?
Which newspaper do you usually read?
Ik ben de krant aan het lezen.
I'm reading the newspaper.
Mag ik uw krant even zien?
Can I have a look at your newspaper?
Er staat niets interessants in de krant.
There is nothing interesting in the newspaper.
Iedere morgen leest hij de krant.
He reads the newspaper every morning.
Ze leest elke morgen de krant.
She reads the newspaper every morning.
Heb je 's ochtends tijd om de krant te lezen?
Do you have time to read the newspaper in the morning?
Hij was een krant ondersteboven aan het lezen.
He was reading a paper upside down.
Ik heb de krant van vandaag nog niet gelezen.
I haven't read today's newspaper yet.
Ik las in de krant dat hij vermoord werd.
I read in the newspaper that he had been murdered.
Voor je het doorhebt, sta je in de krant.
Next thing you know, you'll be in the papers.