Vertaling van kruiden

Inhoud:

Nederlands
Engels
kruiden, op smaak brengen {ww.}
to season 
to flavour 
kruiden {ww.}
to flavour 
to season 
to spice 
kruiden, aromatiseren {ww.}
to flavour
to season
to flavor

wij kruiden
jullie kruiden
zij kruiden

we flavor
you flavor
they flavor
» meer vervoegingen van to flavor

kruien, samenscholen, samenrotten, te hoop lopen, zich ophopen, zich opeenhopen {ww.}
to mass 
to crowd
to gather
to accumulate

wij kruiden
jullie kruiden
zij kruiden

we massed
you massed
they massed
» meer vervoegingen van to mass

dope [m], drogerij [v], kruid (mv. kruiden) [o] {zn.}
drug 
pharmaceutical
gras [o], kruid (mv. kruiden) [o] {zn.}
grass 
herb 
kruiderij [v], specerij [v], kruid (mv. kruiden) [o] {zn.}
spice 
seasoning
kruien {ww.}
to calve
to break up

wij kruiden
jullie kruiden
zij kruiden

we calved
you calved
they calved
» meer vervoegingen van to calve

kruien {ww.}
to turn

wij kruiden
jullie kruiden
zij kruiden

we turned
you turned
they turned
» meer vervoegingen van to turn

kruien, verkruien {ww.}
to change by reversal
to reverse
to turn

wij kruiden
jullie kruiden
zij kruiden

we reversed
you reversed
they reversed
» meer vervoegingen van to reverse

kruid [o] (het ~), keukenkruid, keukenkruiden, toekruid, tuinkruid, tuinkruiden {zn.}
herb
kruid [o] (het ~) {zn.}
herbaceous plant
herb