Vertaling van krukken

Inhoud:

Nederlands
Engels
kruk (mv. krukken) {zn.}
crutch
kruk (mv. krukken), deurkruk {zn.}
doorhandle
handle
handvat, hengsel, klink, kruk (mv. krukken), oor {zn.}
handle 
arm [m], kruk (mv. krukken), zwengel, zwing {zn.}
crank 
crank-handle
knul, kruk (mv. krukken), lummel, stoethaspel, stoffel, sukkel {zn.}
maladroit
kruk (mv. krukken), taboeret {zn.}
stool 
klink, kruk (mv. krukken) {zn.}
knob
stuntelen, hannesen, haspelen, klunzen, krukken {ww.}
to fuck up
to fluff
to foul up
to screw up
to blow
to mess up
to muck up
to bollocks up
to botch
to bollix up
to bollocks
to bollix
to bodge
to bobble
to fumble
to botch up
to louse up
to bumble
to mishandle
to bungle
to muff
to flub
to spoil
to ball up

wij krukken
jullie krukken
zij krukken

we blow
you blow
they blow
» meer vervoegingen van to blow

kruk [m] (de ~), taboeret [m] (de ~) {zn.}
stool
kruk [m] (de ~) {zn.}
crutch
deurkruk [m] (de ~), deurklink, deurknop [m] (de ~), klink [m] (de ~), kruk [m] (de ~) {zn.}
doorknob
doorhandle
De enige vingerafdrukken die de politie op de deurknop vond waren die van Tom.
The only fingerprints that the police found on the doorknob were Tom's.
kruk [m] (de ~) {zn.}
sad sack
stumbler
fuckup
fumbler
butcher
bungler
bumbler
botcher
blunderer
kruk (mv. krukken) {zn.}
hold
handgrip
handle
grip


Gerelateerd aan krukken

kruk - deurkruk - handvat - hengsel - klink - oor - arm - zwengel - zwing - knul - lummel - stoethaspel - stoffel - sukkel - taboeretprutsen - zitmeubel - stok - handvat - kluns