Vertaling van label

Inhoud:

Nederlands
Engels
label [m] (de/het ~) {zn.}
label
etiket [o], label {zn.}
tag
label
adreskaartje, bagagelabel, label [m] (de/het ~) {zn.}
label
etiket [o] (het ~), label [m] (de/het ~) {zn.}
label
platenlabel [m] (het ~), label [m] (de/het ~) {zn.}
recording label
label
labelen {ww.}
to label

ik label

I label
» meer vervoegingen van to label



Gerelateerd aan label

etiket - adreskaartje - bagagelabel - platenlabel - labelenaanwijzing - kaart - plakker - merk - toekennen