Vertaling van ladder

Inhoud:

Nederlands
Engels
ladder [v] {zn.}
ladder 
Ze viel van de ladder.
She fell down the ladder.
Hij heeft een ladder nodig.
He needs a ladder.
ladder [m] (de ~) {zn.}
ladder
run
ravel
Ze beklom een ladder.
She was going up a ladder.
Waarom heb je een nieuwe ladder nodig?
Why do you need a new ladder?
ladder [m] (de ~), leer [m] (de ~), trapladder, trapleer {zn.}
ladder
Niet op die ladder klimmen; hij is niet veilig.
Don't climb that ladder - it's not secure.
toonladder [m] (de ~), gamma, ladder, scala, schaal, toonschaal {zn.}
diatonic scale


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ze beklom een ladder.

She was going up a ladder.

Ze viel van de ladder.

She fell down the ladder.

Hij heeft een ladder nodig.

He needs a ladder.

Waarom heb je een nieuwe ladder nodig?

Why do you need a new ladder?

Niet op die ladder klimmen; hij is niet veilig.

Don't climb that ladder - it's not secure.


Gerelateerd aan ladder

leer - trapladder - trapleer - toonladder - gamma - scala - schaal - toonschaalgat - trap - reeks - ladderboom