Vertaling van lelijk
Inhoud:
Nederlands
Engels
onesthetisch, lelijk, onaantrekkelijk, onooglijk, onaanzienlijk {bn.}
ugly
vilein, lelijk {bn.}
malevolent
onvoordelig, ongunstig, lelijk {bn.}
ill-favored
ill-favoured
ill-favoured
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Deze stoel is lelijk.
This chair is ugly.
Ze had een lelijk kleed aan.
She was wearing an ugly dress.