Vertaling van leven
wij leven
jullie leven
zij leven
we live
you live
they live
» meer vervoegingen van to live
to survive
to live on
to last
to hold up
to hold out
to go
to endure
wij leven
jullie leven
zij leven
we live
you live
they live
» meer vervoegingen van to live
to live
wij leven
jullie leven
zij leven
we are
you are
they are
» meer vervoegingen van to be
living
animation
life
living
to live
to subsist
to survive
wij leven
jullie leven
zij leven
we exist
you exist
they exist
» meer vervoegingen van to exist
life-style
lifestyle
modus vivendi
Voorbeelden in zinsverband
Leven en laten leven.
Live and let live.
Dat is het leven.
That's the way the cookie crumbles.
Het leven gaat verder.
Life goes on.
Ren voor je leven!
Run for your life!
Het leven is prachtig!
Life is beautiful.
Dat is het leven.
That's life.
Beide ouders leven nog.
Both the parents are still living.
We leven in vrede.
We live in peace.
Zoek een leven, man.
Get a life, man.
Het leven is vreemd.
Life is strange.
Twintig families leven hier.
Twenty families live here.
Ze leven in armoede.
They live in poverty.
Het leven is oneerlijk.
Life's unfair.
Het leven is kort.
Life is short.
Het leven is oneerlijk.
Life is unfair.