Vertaling van luisteren
wij luisteren
jullie luisteren
zij luisteren
we listen
you listen
they listen
» meer vervoegingen van to listen
wij luisteren
jullie luisteren
zij luisteren
we obey
you obey
they obey
» meer vervoegingen van to obey
wij luisteren
jullie luisteren
zij luisteren
we listen
you listen
they listen
» meer vervoegingen van to listen
Voorbeelden in zinsverband
Laten we luisteren.
Let's listen.
Je zou naar je moeder moeten luisteren.
You ought to listen to your mother.
Kinderen luisteren niet altijd naar hun ouders.
Children don't always listen to their parents.
Ge hadt naar mij moeten luisteren.
You should have listened to me.
Hij was naar muziek aan het luisteren.
He was listening to music.
Ik ben het beu om naar haar gezaag te luisteren.
I'm sick of listening to her complaints.
Niet naar hem luisteren. Hij maakt maar een grapje.
Don't listen to him. He's just kidding.
Je hoeft niet te luisteren naar wat hij zegt.
You don't have to listen to what he says.
Haar enige genoegen is naar muziek te luisteren.
Her only pleasure is listening to music.
Ik was niet naar de radio aan het luisteren.
I wasn't listening to the radio.
Als je minder zou praten en meer zou luisteren kun je misschien iets leren.
If you would talk less and listen more you might learn something.
Ik zei hem wat te doen maar hij wou niet luisteren.
I told him what to do, but he wouldn't listen.
Mensen zouden hun ziel verkopen om vanaf deze plaatsen naar het concert te luisteren.
People would sell their souls to hear the concert from those seats.
Zou je eens niet een andere plaat willen opzetten? We luisteren al gedurende twee uren naar deze hier.
Don't you want to put in another disc? We've been listening to this one for two hours.
Als ze je niet ontvangen en niet luisteren naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en stamp het stof van je voeten.
And whosoever shall not receive you, nor hear your words, when ye depart out of that house or city, shake off the dust of your feet.