Vertaling van lunchen
Inhoud:
Nederlands
Engels
lunchen {ww.}
to lunch
wij lunchen
jullie lunchen
zij lunchen
we lunch
you lunch
they lunch
» meer vervoegingen van to lunch
We lunchen vaak samen.
We often eat lunch together.
We lunchen zo rond de middag.
We have lunch about noon.
Moeder maakte ons middageten klaar.
Mother prepared us lunch.
Heb je lunch gehad?
Have you eaten lunch?
lunch , middageten , middagmaal, noenmaal {zn.}
lunch
tiffin
luncheon
dejeuner
tiffin
luncheon
dejeuner
Het is tijd voor het middageten.
It's time for lunch.
Mijn vader maakte me een heerlijk middagmaal.
My father made me a delicious lunch.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
We lunchen vaak samen.
We often eat lunch together.
We lunchen zo rond de middag.
We have lunch about noon.
Ik heb vandaag niet genoeg tijd om te lunchen.
I don't have enough time to eat lunch today.
Ik ben aan het lunchen met mijn zus.
I am eating lunch with my sister.
Ik ben van plan samen met hem te lunchen.
I plan to have lunch with him.