Vertaling van maal

Inhoud:

Nederlands
Engels
eten [o], maal, maaltijd {zn.}
meal 
Deze maaltijd is genoeg voor twee personen.
This meal is adequate for two.
De koffie komt na het eten.
Coffee comes after the meal.
maal [m] (de/het ~), keer [m] (de ~) {zn.}
time
clip
Tot de volgende keer.
Until next time.
Je blijft keer op keer dezelfde fouten maken.
You continue making the same mistakes time after time.
keer, maal {zn.}
time 
occasion 
Dit is de eerste keer.
This is the first time.
Dit is de laatste keer.
This is the last time.
ijlen, kolderen, malen, raaskallen {ww.}
to rave 
to be delirious

ik maal

I rave
» meer vervoegingen van to rave

kwellen, malen, vermalen {ww.}
to grind 
to pulverize 
to mince
to crush 

ik maal

I grind
» meer vervoegingen van to grind

maaltijd [m] (de ~), dis, eten [o] (het ~), maal [o] (het ~) {zn.}
meal
Dien alstublieft zijn maaltijd eerst op.
Please serve him his meal first.
Neem dit medicijn na elke maaltijd.
Take this medicine after each meal.
zeuren, griepen, lazeren, meieren, mekken, mieren, neuzelen, zaniken, zemelen, zemelknopen, zieken, mauwen, mekkeren, reutelen, zeiken, emmeren, zeveren, malen, zagen, piepen {ww.}
to nag
to peck
to hen-peck

ik maal

malen, vermalen {ww.}
to mill

ik maal

I mill
» meer vervoegingen van to mill

malen {ww.}
to wander
to divagate
to stray
to digress

ik maal

I wander
» meer vervoegingen van to wander

malen {ww.}
to grate
to grind

ik maal

I grate
» meer vervoegingen van to grate

inzitten, tobben, malen {ww.}
to cark
to disorder
to disquiet
to distract
to perturb
to trouble
to unhinge

ik maal

I disorder
» meer vervoegingen van to disorder

kauwen, malen {ww.}
to chew
to jaw
to manducate
to masticate

ik maal

I chew
» meer vervoegingen van to chew

malen, bemalen {ww.}
to drain

ik maal

I drain
» meer vervoegingen van to drain



Gerelateerd aan maal

eten - maaltijd - keer - ijlen - kolderen - malen - raaskallen - kwellen - vermalen - dis - zeuren - griepen - lazeren - meieren - mekkentijd - voedsel - uiten - fijnmaken - opdoemen - draaien - piekeren - bijten - uitpompen - gerecht