Vertaling van marcheren
Inhoud:
Nederlands
Engels
marcheren {ww.}
to march
wij marcheren
jullie marcheren
zij marcheren
we march
you march
they march
» meer vervoegingen van to march
wij marcheren
jullie marcheren
zij marcheren
we walk
you walk
they walk
» meer vervoegingen van to walk
Kan je lopen?
Can you walk?
De baby kan lopen.
The baby is able to walk.
verlopen, marcheren, gaan, lopen {ww.}
to go off
to go over
to come off
to go over
to come off