Vertaling van mat-

Inhoud:

Nederlands
Engels
mat, mat- {bn.}
frosted
mat {zn.}
mat 
mat, moe, vermoeid {bn.}
tired 
weary 
mat {bn.}
dim 
mat, schaakmat {zn.}
checkmate 
meten, afmeten, opmeten, opnemen, roeien, uitmeten {ww.}
to measure 

ik mat
jij mat
hij/zij/het mat

I measured
you measured
he/she/it measured
» meer vervoegingen van to measure

meten {ww.}
to measure 

ik mat
jij mat
hij/zij/het mat

I measured
you measured
he/she/it measured
» meer vervoegingen van to measure

berekenen, meten {ww.}
to compute 
to meter 

ik mat
jij mat
hij/zij/het mat

I computed
you computed
he/she/it computed
» meer vervoegingen van to compute

matteren, matten {ww.}
to ice
to frost

ik mat
jij mat
hij/zij/het mat

I ice
you ice
he/she/it ices
» meer vervoegingen van to ice

opmeten, uitmeten, meten, opnemen {ww.}
to take on
to meet
to play
to encounter

ik mat
jij mat
hij/zij/het mat

I met
you met
he/she/it met
» meer vervoegingen van to meet

rivaliseren, vechten, meten, wedijveren {ww.}
to contend
to vie
to compete

ik mat
jij mat
hij/zij/het mat

I contended
you contended
he/she/it contended
» meer vervoegingen van to contend

kampen, strijden, knokken, matten, vechten {ww.}
to fight
to struggle
to contend

ik mat
jij mat
hij/zij/het mat

I fight
you fight
he/she/it fights
» meer vervoegingen van to fight

Ik kan je leren vechten.
I can teach you how to fight.
Ik zal tot de dood vechten.
I will fight to the death.
matten {ww.}
to bottom

ik mat
jij mat
hij/zij/het mat

I bottom
you bottom
he/she/it bottoms
» meer vervoegingen van to bottom

meten {ww.}
to measure

ik mat
jij mat
hij/zij/het mat

I measured
you measured
he/she/it measured
» meer vervoegingen van to measure



Gerelateerd aan mat-

mat - moe - vermoeid - schaakmat - meten - afmeten - opmeten - opnemen - roeien - uitmeten - berekenen - matteren - matten - rivaliseren - vechtenbewerken - vaststellen - kampen - handelen - voorzien - zijn