Vertaling van meenemen
to bring along
to take along
ik zal meenemen
jij zult meenemen
hij/zij/het zal meenemen
I will convene
you will convene
he/she/it will convene
» meer vervoegingen van to convene
to larn
to acquire
ik zal meenemen
jij zult meenemen
hij/zij/het zal meenemen
I will learn
you will learn
he/she/it will learn
» meer vervoegingen van to learn
to heal
to bring around
ik zal meenemen
jij zult meenemen
hij/zij/het zal meenemen
I will cure
you will cure
he/she/it will cure
» meer vervoegingen van to cure
Voorbeelden in zinsverband
Wat moet ik meenemen?
What should I bring?
Uw eigen bestek meenemen graag.
Please bring your own cutlery.
Je mag wie je maar wilt meenemen.
You may bring whoever you like.
Moeten we onze woordenboeken morgen meenemen naar de les?
Do we need to bring our dictionaries to class tomorrow?