Vertaling van meespreken
Inhoud:
Nederlands
Engels
meespreken, gelden, spelen, tellen, meetellen {ww.}
to count
to weigh
to matter
to weigh
to matter
ik zal meespreken
jij zult meespreken
hij/zij/het zal meespreken
I will count
you will count
he/she/it will count
» meer vervoegingen van to count
Hij kan niet tellen.
He can't count.
Mijn zoon kan al tot honderd tellen.
My son can already count up to one hundred.