Vertaling van mes
cutting edge
Voorbeelden in zinsverband
Er ontbreekt een mes.
There is a knife missing.
Dat is geen mes. Dít is een mes.
That's not a knife. THIS is a knife.
Ik heb een mes nodig.
I need a knife.
Het mes is niet scherp.
The knife isn't sharp.
Ik heb een scherp mes.
I have a sharp knife.
Het mes is niet scherp.
The knife is not sharp.
Pas op. Dat mes is scherp.
Mind yourself. That knife is sharp.
Snij de cake met een mes.
Cut the cake with a knife.
Hij stak zijn mes in de boom.
He stuck his knife into the tree.
Dit mes is niet scherp genoeg.
This knife is not sharp enough.
Hij sneed het vlees met een mes.
He cut the meat with a knife.
Hij droeg een mes of iets dergelijks.
He carried a knife or something similar.
Ik heb het mes teruggegeven dat ik geleend had.
I returned the knife which I had borrowed.
Wij gebruiken stokjes in plaats van vork en mes.
We use chopsticks in place of knives and forks.
De politieman nam de jongen het mes af.
The policeman took the knife from the boy.