Vertaling van mik
Inhoud:
Nederlands
Engels
mik , brood {zn.}
bread
staff of life
breadstuff
staff of life
breadstuff
Hij heeft minder brood.
He has less bread.
En een beetje brood.
And a little bread.
Ik heb een brood gekocht bij de bakker.
I bought a loaf of bread at the baker's.
De man eet brood.
The man is eating bread.
streven, mikken, ogen, nastreven {ww.}
to strive
to endeavour
to endeavor
to endeavour
to endeavor
ik mik
I strive
» meer vervoegingen van to strive
Ik hoop dat al je dromen uitkomen, op één na, zodat je steeds iets hebt om na te streven.
I hope all but one of your dreams come true, so you always have something to strive for.
bliksemen, donderen, jenzen, keilen, kieperen, kogelen, kukelen, mikken, plompen, zwiepen, gooien, lazeren, kegelen, knikkeren, kwakken, werpen, flikkeren {ww.}
to throw
ik mik
I throw
» meer vervoegingen van to throw
richten, mikken {ww.}
to level
to point
to charge
to point
to charge
ik mik
I level
» meer vervoegingen van to level