Vertaling van naïeveling

Inhoud:

Nederlands
Engels
doetje [o], naïeveling [m], hals [m], sul {zn.}
sucker 
mug 
naïeveling [m] (de ~), onwetende {zn.}
innocent
inexperienced person


Gerelateerd aan naïeveling

doetje - hals - sul - onwetendepersoon